Nederland heeft ook een verplichting om zich in te zetten voor het bestrijden van kinderarbeid
Het aantal kinderen dat noodgedwongen moet werken is opgelopen tot 160 miljoen, een stijging van 8,4 miljoen kinderen in de afgelopen vier jaar. Door de gevolgen van de coronacrisis en lockdowns lopen nog eens miljoenen kinderen, vooral in armere landen, extra risico om te moeten gaan werken. Veel ouders verloren werk en inkomen en wereldwijd bleven scholen lang gesloten. Kinderarbeid is een complex en zeer uitdagend probleem. Cruciaal in het uitbannen van kinderarbeid is, naast een leefbaar loon voor ouders, kwaliteitsonderwijs dat toegankelijk is voor alle kinderen.
Om de opwaartse trend in kinderarbeid te keren, dringen wij er op deze Internationale Dag voor de Rechten van het Kind bij onze overheid op aan om zich (internationaal) in te zetten voor het bestrijden van kinderarbeid. De Nederlandse overheid heeft de internationale verdragen tegen kinderarbeid, zoals ook het VN-Kinderrechtenverdrag, onderschreven. Dat schept een verplichting om te helpen die verdragen ook in andere landen uit te voeren. Zeker als Nederlandse bedrijven daar actief zijn.
Adequate wet- en regelgeving
Wij verwachten van de Nederlandse overheid dat zij adequate wet- en regelgeving aanneemt. Zo zou de Nederlandse overheid bedrijven moeten verplichten om actie te ondernemen om kinderarbeid in hun productieketens uit te bannen en eerlijke lonen voor volwassenen af te spreken. Van bedrijven mag verwacht worden dat zij in hun hele keten werken aan het bestrijden van kinderarbeid.
Investeren in onderwijs
Duurzame onderwijssystemen hebben voldoende overheidsfinanciering nodig én moeten worden geleverd door de overheid. UNESCO schat dat volgend jaar ten minste 210 miljard dollar zal worden gekort op onderwijsbudgetten, simpelweg vanwege de afname van het BNP. Dat heeft ongetwijfeld consequenties voor de kwaliteit van het onderwijs, vooral in armere landen die moeite hebben de effecten van de pandemie het hoofd te bieden.
Onze overheid kan hier verantwoordelijkheid in nemen door te investeren in onderwijs in lage inkomenslanden. Het is daarnaast essentieel dat Nederland zelf, of vanuit de EU, pleit voor de verlichting van schuldenlasten en het aanpassen van internationale belastingvoorwaarden. Van de IMF/Wereldbank leningen hebben 84% als voorwaarde het nemen van strenge bezuinigingsmaatregelen, die resulteren in een verdere bezuiniging op publieke diensten zoals onderwijs. Belasting is een krachtig financieringsmiddel. Het financiert scholen en ziekenhuizen. Op dit moment nemen belastingontduiking en belastingvoordelen elk jaar miljarden dollars weg van vitale publieke diensten met desastreuze gevolgen, met name in de armere landen.
Het goede voorbeeld
Ten slotte verwachten wij dat de overheid het goede voorbeeld geeft. De Nederlandse overheid heeft zichzelf als doel gesteld haar inkoopkracht in te zetten tegen kinderarbeid en andere schendingen van arbeidsrechten.
Vanuit ieders verantwoordelijkheid kan in samenwerking structurele en grootschalige verandering worden gerealiseerd. Het is de enige manier de miljoenen werkende kinderen naar school te laten gaan en zo de kans te geven op een betere toekomst.
Door: Work: No Child’s Business – een Alliantie van de Stop Kinderarbeid coalitie, Save the Children Nederland en UNICEF Nederland i.s.m. Global Campaign for Education Nederland – wereldwijde coalitie voor het recht op goed onderwijs voor iedereen