Kamervragen over kinderarbeid in katoenpluk in Turkije
Naar aanleiding van een uitzending van Altijd Wat van de NCRV hebben Tweede Kamerleden Voordewind (ChristenUnie), Van Ojik (GroenLinks) en Gesthuizen (SP) vragen gesteld aan de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de minister van Buitenlandse Zaken over kinderarbeid in de katoensector in Turkije.
De NCRV heeft in het programma Altijd Wat op 20 november jl. een documentaire uitgezonden over kinderarbeid in de katoenpluk in Turkije. Turkije is de derde kledingleverancier voor Nederland - na China en Duitsland - met een totale waarde van ruim een half miljard euro. Met een derde van de exportwaarde voor de gehele textielindustrie is deze sector van groot belang voor de Turkse economie. Het merendeel van de gebruikte katoen komt uit eigen land.
In verwerkingscentra wordt die katoen verzameld voor transport naar de kledingfabrikanten. Hier krijgen de balen pas het staatsstempel dat als voorwaarde geldt voor de doorverkoop en de subsidie. Dan kan al niet meer worden achterhaald welke katoen waar vandaan komt. Ook de katoenboeren die minderjarige kinderen in dienst hebben, ontvangen zo subsidie van de overheid.