Bakstenen voor NAVO in Afghanistan gemaakt met dwangarbeid

Bakstenen worden in Afghanistan bijna uitsluitend door slaven gemaakt, waaronder in meerderheid kinderen. De NAVO/ISAF gebruikt deze bakstenen voor haar bouwprojecten. Ondanks het feit dat de NAVO dit al zeker een jaar weet en de Tweede Kamer in juni 2011 op snelle actie aandrong, heeft de NAVO/ISAF geen zichtbare actie ondernomen. Dat blijkt uit het op 6 februari door de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) gepubliceerde rapport ‘Buried in Bricks’.

Op 21 juni 2011 lieten minister Rosenthal en staatssecretaris Knapen aan de Kamer weten dat kinderarbeid en uitbuiting voor NAVO/ISAF belangrijke criteria zijn voor de beoordeling met welke uitvoerders en onderaannemers zij in zee gaat. Ook zou NAVO/ISAF “zijn uiterste best doen om de aanvoerlijnen van de uitvoerders in kaart te brengen”.

Alom aanwezig

Uit het IAO rapport blijkt niet dat dit is gebeurd. Het rapport constateert: “Gedwongen arbeid, vooral gedwongen kinderarbeid, is zo alom aanwezig in de baksteenindustrie in Zuid-Azië dat bakstenen voor elk project in Afghanistan, klein of groot, per definitie uit baksteenovens komen die gedwongen kinderarbeid gebruiken. NAVO projecten gebruiken daarom inderdaad bakstenen die door kinderen zijn gemaakt”.

De IAO heeft in twee districten van Afghanistan (Kabul en Nangarhar) onderzoek laten doen naar gedwongen arbeid in steenbakkerijen. Zowel volwassenen als kinderen werken meer dan 70 uur per week en herhalen steeds dezelfde handeling. In gehurkte positie kneden ze klei in de hete zon en het rondwaaiende stof. Via leningen zijn hele gezinnen verplicht voor zeer lage lonen te werken voor de eigenaren van de steenbakkerijen. Het gaat vooral om uit Pakistan teruggekeerde vluchtelingen die daar al in steenbakkerijen werkten. De kinderen van de vluchtelingen gaan maar zelden naar school en dan nog maar een paar uur per dag - via een proefproject van Unicef - op de werkplek zelf.

Somber

De IAO is somber over de mogelijkheden om op korte termijn dwangarbeid in de steenbakkerijen uit te bannen. Door teruglopende hulp aan Afghanistan lopen de koopkracht en de bouwactiviteiten terug. Humanitaire hulp op korte termijn gekoppeld aan programma’s om volwassenen voor andere beroepen te scholen zouden helpen. Daarnaast doet de IAO nog diverse suggesties om de situatie te verbeteren.

De campagne ‘Stop Kinderarbeid – School, de beste werkplaats’ vindt het onacceptabel dat niet alles in het werk wordt gesteld om de vicieuze cirkel van armoede en dwangarbeid van volwassenen en kinderen in de steenbakkerijen te doorbreken. In 2010 is in Afghanistan 15 miljard dollar aan hulp besteed en 100 miljard dollar aan militaire uitgaven. Met een fractie daarvan plus politieke wil kan door o.m. de NAVO-ISAF landen veel gedaan worden.

De in juni 2011 door de Tweede Kamer aangenomen motie om bij de NAVO/ISAF aan te dringen op ‘passende maatregelen’ met behulp van onder meer UNICEF, UNDP en IAO moet nu eindelijk snel serieus worden uitgevoerd. Ook wordt het tijd dat de Kamer wordt geïnformeerd over de toezegging van de regering dat voor de Kunduz missie geen producten worden gebruikt die door kinderen en slaven worden gemaakt.

Foto CC: US Army