Beeld2

Het spaargeld van hoofdman Madhenga

Dorpshoofdman Madhenga probeerde een leven lang rijk te worden, maar wist de armoede nooit te overwinnen. Zonder buitenlandse hulp en goede regenseizoenen was hij misschien geen 73 geworden. Wel heeft hij zes vrouwen en wat spaargeld. Dat is hij aan zijn stand verplicht. Bovendien heeft de hoofdman grootse plannen voor de toekomst. Er gelden nieuwe regels in het dorp.

Madhenga leidt een van de 188 dorpjes in Ward 16, een gebied in het zuidoosten van Zimbabwe. Ontsnappen aan de armoede is er bijna onmogelijk. De meeste mensen hebben er een boerderijtje of werken op de plantages, anderen trekken naar Zuid-Afrika, naar de goudmijnen rondom Johannesburg. De meeste kinderen gaan niet naar school, maar helpen op het land. Wat zij aan kennis nodig hebben, leren zij van hun ouders. Zimbabwe, ooit de graanschuur van Afrika waar 95 procent van de jeugd naar school ging, is niet meer wat het geweest is.

Meneer Madhenga doet het net even anders. Ondanks dat hij en zijn zes vrouwen een respectabel aantal kinderen hebben voortgebracht, gaat al zijn kroost naar school. Hij is ervan overtuigd dat het de enige kans is op vooruitgang. Zelf zegt hij het altijd gemist te hebben. Zijn kinderen krijgen weliswaar een betere kans dan hij, maar het onderwijs dat zij krijgen is ronduit slecht; in een streek waar bijna alle kinderen werken, is het moeilijk om goede scholen te vinden. Dat is weer een extra reden voor ouders om kinderen niet naar school te sturen. Kortom: een negatieve spiraal.

De hulpkaravaan

Een andere negatieve spiraal die moeilijk te doorbreken blijkt, is die van de hulp. Want steeds als de oogst in het dorp mager is en honger dreigt, springen organisaties bij. Meneer Madhenga haat het. Volgens hem is het dorp afhankelijk geworden, omdat de mensen toch wel weten dat de hulpkaravaan ieder jaar weer langskomt. Alles wat zij nog doen is wachten en hopen op de steun van nog meer organisaties. De zelfredzaamheid verdwijnt, waardoor de kans op armoede groter wordt en er nog meer hulp nodig zal zijn.

Toen Stop Kinderarbeid partner CACLAZ het dorp van meneer Madhenga voor het eerst bezocht, zal hij gedacht hebben dat de zoveelste donor zich aandiende. Maar de Zimbabwaanse kinderrechtenorganisatie bracht geen zak geld of graan mee: het had een idee in de aanbieding. Ward 16 zou volgens CACLAZ een Child Labour Free Zone kunnen worden; een gebied waarin alle volwassenen met elkaar afspreken dat de kinderen niet meer zullen werken, maar leren.

Vooruitgang

Het idee achter zo’n kinderarbeidvrije zone is simpel, maar heeft verstrekkende gevolgen. Doordat alle kinderen stoppen met werken, nemen volwassenen het werk van hen over. Daarbij veranderen mensen hun uitgavenpatroon: school kost geld en dat moet ergens vandaan komen. In de praktijk blijkt bijvoorbeeld dat er in kinderarbeidvrije zones minder geld aan alcohol wordt besteed. Er wordt in een kinderarbeidvrije zone écht geïnvesteerd in onderwijs. Ouders blijken geld over te hebben voor betere scholing voor hun kinderen als ook andere ouders meebetalen.

Hoofdman Madhenga is erg enthousiast over de plannen van CACLAZ. Bij de organisatie staat hij bekend als een Stop Child Labour Champion; een voortrekker. Samen met dorpshoofden uit de omgeving bedacht de hoofdman hoe het onderwijs in Ward 16 snel verbeterd kon worden. Er zijn regels opgesteld voor de kinderen en er is een school gebouwd. Zonder donaties, zonder hulp. De hoofdman wendde er zijn spaargeld voor aan. De droom om rijk te worden heeft hij laten varen, maar zijn vele kleinkinderen maken eindelijk een kans op goed onderwijs.