Kinderarbeid houdt armoede juist in stand
Om te kunnen overleven hebben arme ouders het inkomen van hun kind nodig. Bovendien varen landen wel bij goedkope kinderarbeid omdat het investeerders aantrekt, die de economie laten opbloeien. Ziedaar, hét recept voor een land om vooruit te komen.
Tot zover de hardnekkige misvattingen.
De gedachte dat kinderarbeid noodzakelijk zou zijn om het gezinsinkomen op te krikken is een dwaling. Armoede blijkt namelijk niet de belangrijkste oorzaak van kinderarbeid te zijn. Traditie, slecht toegankelijk en belabberd onderwijs, uitsluiting en discriminatie van bepaalde groepen zijn veel bepalender factoren. Ouders die zelf nooit naar school zijn gegaan, zien niet altijd het belang van onderwijs voor hun kind.
Korte termijn
‘Voordelen’ van kinderarbeid zijn er wellicht op de korte termijn (snel geld verdienen met laagbetaalde krachten), maar uiteindelijk houdt de praktijk armoede slechts in stand. Kinderen die werken krijgen geen kans om naar school te gaan en dus geen kans op een betere toekomst. Hun nakomelingen zal hetzelfde lot wachten. Terwijl onderzoek in India van de Landelijke India Werkgroep en de FNV aantoont dat waar ex-kindarbeiders naar school gaan volwassenen hogere lonen kunnen bedingen.
Elk kind heeft recht op onderwijs en geen enkel kind mag daarvan verstoken blijven door werk. Dat was ook het uitgangspunt in Nederland aan het eind van de negentiende eeuw toen het beroemde Kinderwetje van Van Houten kinderarbeid verbood. Die overtuiging in sociale norm en wet – één lijn trekken in alle lagelonenlanden – maakt het verschil. Kinderarbeid is hier de wereld uit. Dat kan ook in Afrika, Azië en Latijns Amerika.
Een korte versie van deze reactie van Sofie Ovaa, programmacoördinator Stop Kinderarbeid, is woensdag 5 november geplaatst op de opiniepagina van de Volkskrant.