Indiase kinderen produceren groentezaad voor bedrijven
Bijna 156.000 Indiase kinderen werken mee aan de productie van groenzaden van tomaten, hete peper en okra. Circa 50.000 zijn jonger dan 14 jaar. De grote meerderheid van hen zijn Dalits, lage kasten of Adivasi (tribalen). Ze worden blootgesteld aan slechte arbeidsomstandigheden, waaronder giftige pesticiden en lange werkdagen.
Dit concludeert het nieuwe onderzoeksrapport Soiled Seeds - Child Labour and Underpayment of Women in Vegetable Seed Production in India van Dr. Davuluri Venkateswarlu, dé expert op dit onderwerp. Hij onderzocht de situatie in de deelstaten Maharashtra en Karnataka, waar 80% van de groentezaadteelt plaatsvindt.
De kinderen verlaten meestal de school als ze tussen de 11 en 13 jaar zijn. Het aantal tieners van 14 tot 18 in de groenteteelt nam sinds 2010 met meer dan 37.000 toe. Bij boeren die voor multinationale ondernemingen werken als East-West Seed (Nederlands), Limagrain (Frans), Sakata (Japans) en Advanta (Indiaas) zijn 10 tot 16% van de kinderen onder de 14 jaar. Veel Indiase bedrijven laten soortgelijke cijfers zien. Bij boeren die aan zaadbedrijven leveren zijn ongeveer 30% van de arbeiders tieners.
Een andere belangrijke conclusie van het rapport is dat vrouwen (en kinderen) zelden het officiële minimumloon voor hun werk krijgen. Afhankelijk van de regio verdienen vrouwen tot 47% minder dan mannen. Taken als kruisbestuiving, wieden en oogsten worden door vrouwen en kinderen verricht; het sprayen van pesticiden en het toedienen van kunstmest door mannen. Multinationals doen het op dit punt niet beter dan Indiase bedrijven. Activiteiten van bijvoorbeeld Nunhems (volle dochter van Bayer) en het Zwitserse Syngenta die boeren bewust maken van mogelijke onderbetaling en hen stimuleren om een goede boekhouding van de lonen bij te houden, hebben niet geleid tot het daadwerkelijk uitbetalen van tenminste minimumlonen aan vrouwen.